Wednesday, April 23, 2008

Het electronisch tijdperk

Ik had een oproepingsbrief gekregen van ons fantastisch gemeentebestuur, om mijn nieuwe electronische identiteitskaart te gaan aanvragen (en betalen, maar das een detail). Te voorzien van een recente foto, zoals men weet dat verwacht wordt.
Maar de enige pasfoto van mezelf die ik ok genoeg vind om jarenlang te prijken op documenten die je altijd bij moet hebben (!), is er eentje dat al een eindje dateert: een zwartwit fotootje dat een fotograaf met kennis van zaken (dus wetend wat hij ter camouflage van minpuntjes allemaal kon doen)een jaar of negen à tien geleden, toen ik in Brussel studeerde, heeft gemaakt.

De dame aan de balie vroeg onomwonden of ik geen recentere foto had, omdat dezelfde al prijkt op mijn pas momenteel. Ik was in mijn snode plan natuurlijk vergeten dat ze die óók wilde zien.

Ikke quasi-beledigd: "Zie ik er niet hetzelfde uit dan? Alleen mijn haar is nu natuurlijk nog niet geknipt en u heb ik mijn bril op, ja!" (Zij moet niet weten dat mijn kappersafspraak morgen is en dat mijn budget er daarmee al zal door zijn, zodanig dat ik niet nog eens geld wil uitgeven aan nieuwe pasfoto's. Dat ik geen lenzen verdraag en dus constant bril, is ook te veel info voor haar).
Ze kleefde het rechthoekige bewijs van mijn jeugd op een velletje. Mijn uitleg volstond dus. Of ze had geen zin in een "pijnlijke" discussie over ouder worden en zo. Ik kan dus de komende jaren nog als prille twintiger doorgaan bij de arm der wet of wie mijn pas ooit wil zien. Al maakt dat de huidige beginnende rimpeltjes van een bijna-dertiger eigenlijk niet makkelijker te verdragen...